Het verhaal, de tekening en het plan

Blog - 31 maart 2015

Een poosje geleden (14/1/2015) blogden Enno Zuidema en Petra de Braal op Ruimtevolk over ‘het failliet van de plannenmakerij’.
Hun betoog: Plannen zijn te statisch, ze kunnen geen nieuwe inzichten of omstandigheden opnemen. Het gaat om verhalen, verhalen zijn de waarheid. Zef Hemel deed ook een duit in het zakje: ‘Laten we het nog even over geld hebben …. Geld werkt niet.’
Hoezo geen geld? Kan de stad gratis worden ontwikkeld? Hoeven mensen geen boterham te verdienen met hun werk? Het lijkt mij iets teveel op propaganda voor de participatiemaatschappij die voortkomt uit bezuinigingsdrift. Laten we geen plannen maken, dat is goedkoop en dan kunnen de mensen het zelf doen.

Alle drie refereren ze aan een inmiddels archaïsche manier van plannen maken, die wellicht hier en daar in Nederland, en blijkbaar in de hoofden van Hemel, Zuidema en de Braal nog rondwaart. Inderdaad, wanneer een wethouder ‘Piketpaaltjes gaat slaan’ is het oppassen geblazen.

Blauwdrukplan
Maar hadden we niet allang, jaren geleden toen de crisis losbarstte, gemeentemannen, projectontwikkelaars, ontwerpers in koor, afscheid genomen van de zogenaamde ‘Blauwdrukplanning’? De plannen waarin alles vastgespijkerd en dichtgetimmerd was. Waarin alle onderdelen van elkaar afhankelijk waren gemaakt, zodat wanneer een van de partners geen trek meer had, roet in het eten gooide, het hele plan in duigen viel ondanks al die paaltjes? De blauwdruk, dat was een kopie van een bouwtekening – met witte lijnen op een inderdaad blauwe achtergrond. Een tekening die een bouwplan zodanig vastlegde dat een aannemer ermee uit de voeten kon, en ook de inspecteur die moest controleren of het plan wel volgens tekening werd uitgevoerd. Geen denken aan dat zo’n gebouw goed gemaakt kon worden zonder zo’n tekening, zo’n blauwdruk, zo’n plan. Handig en degelijk: je laat een architect zo’n tekening maken, zo’n blauwdrukplan en je weet precies waar je aan toe bent, hoe de toekomst eruit ziet, what you see is what you get. In de tijd dat alles kon, en dat gemeenten met ontwikkelaars bekokstoofden wat er gemaakt en verkocht ging worden, zijn ze ook op die manier stedenbouw-plannen gaan maken. Op de architectenmanier dus, met als gevolg te weinig flexibiliteit voor de schaal van het plan en de periode van ontwikkeling.

Tekening als communicatiemiddel
Veel gemeenten kampen nog met de naweeën van die plannen, omdat zij op basis daarvan grond inkochten, en omdat de projectontwikkelaars duurdere advocaten hadden ingehuurd in de fase van de contractvorming van de publiek-private samenwerking.
Maar een stedenbouwkundig plan is niet hetzelfde als een bouwplan, en het is per definitie geen blauwdrukplan. Dat was altijd al zo. De stedenbouwkundige tekening is een communicatiemiddel (het gaat hier niet over bestemmingsplankaarten maar over ontwerpen). We maken tekeningen om te vertellen, om duidelijk te maken hoe de toekomst eruit kan zien. Soms zegt een beeld meer dan duizend woorden. Dus inderdaad: het verhaal van de plek. Maar dat kan ook gaan over de denkbare toekomst van een plek, verbeeld in een tekening. Dat kun je een plan noemen. 
Wel moeten we (stedenbouwkundigen) ons er meer van bewust zijn dat tekeningen lezen niet iedereen zomaar gegeven is – de tekening is alleen een goed communicatiemiddel als-ie leesbaar en begrijpelijk is.

Flexibiliteit
Op de stedenbouwkundige werkvloer wordt overal gezocht naar / geëxperimenteerd met flexibiliteit, flexibele planvormen: wat sturen, wat vrij laten, wat vastleggen en wat niet, hoe kun je ruimte geven. Niet zo eenvoudig want zodra je in Nederland iets vrij wilt laten komt de roep om strikte afspraken, regels, beperkingen van de zojuist verworven vrijheid. Visie in plaats van plan? Binnen de kortste keren is het woord visie taboe en er is de roep om afschaffing van bestemmingsplannen, afschaffing van welstand, outsourcen van het bouwtoezicht en weerstand tegen structuurplanning. Dan de roep om deregulering in het algemeen, bezuinigingen – ambtenaren durven geen potlood meer op papier te zetten… wat houd je over? Wat krijg je nog voor elkaar?
Kun je zonder plan ingrijpen in de stad? De uitkomst van de ingreep is dan toch veel onbetrouwbaarder dan met een plan dat iedereen kan bekijken en becommentariëren.

Verhaal van de stad
Het verhaal van de plek, zelfs de ‘biografie’ van de plek, de straat of de stad. Ja ja, een stad is een organisme, een levend wezen – dus is het verhaal van de stad een biografie. Maar levende wezens, vooral mensen, zijn vaak interessant omdat ze dromen en idealen voor de toekomst hebben. En om de kans te vergroten die doelen te bereiken maken ze een plan. Zo is het ook met de stad.
Als niemand meer een plan durft te maken, wordt stedenbouw met woorden bedreven. Dat schiet lekker op. Of de stedenbouw wordt gekaapt door ontwikkelaars die hun uitgeklede herontwikkelingsplannen in elkaar klussen met ladeplannen waar geen ontwerper meer aan te pas komt. Dat is dan zeker de kwaliteit waar we op zitten te wachten. Of die we verdienen als we nalaten goede plannen te maken.

Dus dames en heren gemeentebestuurders: Neem vooral afscheid van het blauwdrukplan als u dat niet allang heeft gedaan. En als u niet toevallig voor een complexe en concrete bouwopgave staat, zoals bijvoorbeeld een nieuw station.* Formuleer een visie. Maar hoed u voor adviseurs die geen plannen durven te maken. En hoed u voor plannenmakers die niet tekenen. Het verhaal van de ruimtelijke toekomst van de stad is een beeldverhaal.

 

*in een volgende blog ga ik hier verder op in

TERUG

DELEN

Uw reactie plaatsen: