Smullen van pleinen

Blog - 22 april 2015

Het in klassiek grijs linnen gebonden smulboek ‘Squares – urban spaces in Europe’ van Sophie Wolfrum* geeft een prachtig overzicht van pleinen in Europa. Superstrak geanalyseerd, of beter gezegd gedocumenteerd en fijntjes getekend. Allemaal op dezelfde schaal zodat je de afmetingen mooi kunt vergelijken. Voor dat doel zit er zelfs een fraai doorzichtig schaallatje bij. Een boek om een paar avonden prettig meer door te brengen op de bank of aan tafel. Een hebbeding, koffietafelboek en nuttig naslagwerk tegelijk. Het expliciete doel van het boek is dan ook die atlas, dat overzicht, een handboek waarin ieder die met pleinen bezig is de exacte fysieke eigenschappen van de pleinen kan checken.

Het impliciete betoog van het boek is dat verreweg de meeste schitterende pleinen gemaakt zijn en niet ontstaan. In verschillende tijden, vanaf de middeleeuwen (Venetië, Siena) tot en met de 20e eeuw (Place George Pompidou, Parijs). Ze zijn doelbewust bedacht, ontworpen en gebouwd, inclusief de gebouwen die de ruimte vormen. Niet altijd in één keer, maar toch. Een belangrijke constatering, een argument in de actuele discussie waarin aanhangers van de spontane stad claimen dat goede steden zich als het ware organisch ontwikkelen zonder geplande ingrepen van bovenaf.

In dit degelijke duimdikke boek zijn een paar zaken die opvallend ontbreken. Ten eerste is de selectie niet duidelijk, er wordt in de tekst geen woord gewijd aan de vraag waarom het ene plein er wel en het andere niet in staat. Ten tweede gaat het puur om de vormgeving en de esthetiek. Er is geen mens te zien op deze pleinen. Of toch? De behoefte aan nóg een boek over pleinen komt snel op – en dat zou je ook als een verdienste van dit boek kunnen beschouwen.

Pleinencultuur
Maar waarom staat er in dat prachtige boek geen enkel Nederlands plein? Er staat, bij nader inzien, één enkel Noord-Europees plein in, de Rathausmarkt in Hamburg. Heeft Noord-Europa dan geen pleinencultuur, of misschien gewoon een andere pleinencultuur dan Zuid-Europa? En hoort Nederland dan bij Noord-Europa? We kennen toch bijvoorbeeld diverse fraaie en aantrekkelijke pleinen in Kopenhagen en in Stockholm. De alfabetische volgorde op plaatsnaam is onbevredigend. Pleinen van Europa, en dan te beginnen met de boulevard van Alicante, omdat Alicante met een A begint. Een overmaat in München, nou niet de stad die direct in je gedachten opkomt als het gaat om pleinen. Wellicht komt de auteur daar vandaan?

Het is zeker niet zo dat er in Nederland (en Noord-Europa) geen mooie, goede en interessante pleinen zijn. Misschien wel minder pleinencultuur. Het boek ‘Squares’ gaat over pleinen die als architectonisch concept zijn ontworpen en gemaakt. Niet altijd in één hand en in één keer. Het gaat niet over pleinen die min of meer toevallig zijn ontstaan, als restruimte, een plek die om wat voor reden dan ook niet volgebouwd is – hoewel die ontstaansgeschiedenis bij veel middeleeuwse pleinen niet helemaal duidelijk is. Zo zijn wel veel pleinen in Nederland ontstaan, maar dat neemt niet weg dat de Markt in Delft een schitterend en gaaf plein is. Het ontstaan van de belangwekkende Noord-Europese pleinen, dat is dus blijkbaar een ander boek.

Ruimte in de stad
Het boek ‘Squares’ houdt het plein wel volstrekt abstract. Het plein is een ruimte in de stad met zijn/haar begrenzingen in de vorm van gebouwen, soms aan één kant groen of water. Er zijn afmetingen, er kan reliëf zijn in het ‘maaiveld’. De gebouwen hebben een ruimtelijke interactie met de ruimte van het plein, door hun positie, hun afmetingen en hun vormgeving. De pleinen hebben een zekere ruimtelijke betekenis in de stad.

Maar mensen zien we niet op de fraai gestileerde tekeningen. Het plein en de eraan gelegen gebouwen bestaan als het ware zonder hun sociale betekenis. Ook zien we geen verkeer. Het plein als verkeersknooppunt is in het boek niet aan de orde. Het plein als marktplaats evenmin. Straatmeubilair ontbreekt op de tekeningen grotendeels – verkeersborden, bankjes, prullenbakken, etc. De functies van de gebouwen, de toegankelijkheid van de plinten aan het plein, de betekenis van het plein als plek van samenkomst, van ontmoeting, ….. dat is blijkbaar ook een ander boek.

Gebruik van de plek
Het lijkt erop dat de pleinen van Noord-Europa een inhaalslag aan het maken zijn, meeliftend op de gestaag naar het noorden oprukkende cappuccinocultuur. Een vorm van horeca die alles te maken heeft met het leven in de stad en die zich manifesteert in de talloze koffiezaken die het afgelopen decennium zijn opgedoken in Noord-Europese steden. Mensen vieren het leven in de stad, in een sfeervolle koffiezaak maar ook op het bijbehorende terras op straat of, bij voorkeur, op een mooi plein. Daarvoor is het vaak een goed idee het autoverkeer wat terug te dringen, om ruimte te maken voor de voetganger, voor verblijf in plaats van verkeer. Heel wat pleinen die zich op foto’s uit de jaren 60 en 70 vooral als verkeerspleinen of parkeerplaatsen laten zien – ook in Zuid-Europa trouwens, worden of zijn inmiddels getransformeerd tot verblijfsruimten.

Pleinen danken hun bestaansrecht niet alleen aan hun functie in het stratenpatroon, maar ook aan het gebruik van de plek en de interactie met de gebouwen die aan het plein staan. Niet alleen vormen zij het plein door het wanden te geven. Zij voeden ook het plein, door publiek te trekken, door de functie vanuit het gebouw het plein te laten veroveren, door middel van een terras bij een café, een openluchtpodium bij een theater. Denk niet dat vanwege het klimaat in Noord-Europa minder behoefte is aan stadsleven op pleinen. Dat is niet zo. Terwijl in Zuid-Europa verstandige stedelingen zich in donkere koele binnenruimtes verschuilen en alleen toeristen op de terrassen zitten, vieren de Noord-Europeanen de zomer uitbundig, buiten, in de parken en op de pleinen.

Kortom dat andere Pleinenboek zouden we wel willen maken. Al was het maar om de indruk weg te nemen dat (mooie, goede) pleinen in Nederland (of Noord-Europa) niet bestaan. En om te weerspreken dat mooie pleinen in steen uitgevoerde pure abstracties zijn, waarop mensen slechts toeschouwers zijn.


*Sophie Wolfrum: ‘Squares – Urban spaces in Europe, Birkhäuser, Basel 2015


AFBEELDINGEN
1.Tekening Patio de los Naranjos, Córdoba, uit 'Squares – urban spaces in Europe'
2.Omslag 'Squares – urban spaces in Europe'
3.Foto Zaailand, Leeuwarden
4.Foto Plaça Reial, Barcelona

TERUG

DELEN

Uw reactie plaatsen: