Het NAI is dood; Leve het NAI!

Blog - 16 december 2015

Het Nederlands Architectuur Instituut is er niet gekomen door inspanningen van de Nederlandse architecten. Maar het was voor diezelfde architecten wel een belangrijk instituut geworden – het deed recht aan de imposante architectonische cultuur van Nederland. Dat het nu verdwenen is zouden ze zich meer moeten aantrekken.

Maar architecten zijn van nature einzelgängers. Ze hebben een hekel aan bemoeienis met hun werk, zoals door welstandscommissies. Het architectenregister dat hun belangen moet behartigen middels titelbescherming vinden ze ook maar zozo. De BNA, oké, maar je hoeft er geen lid van te zijn. Een ontwerp maak je in 'splendid isolation'. Zelfs op haar eigen bureau komt een architect er niet aan toe – het eigenlijke ontwerpen gebeurt ’s avonds. Architecten zijn daarom nauwelijks georganiseerd. Ontwikkelaars en andere opdrachtgevers maken daar misbruik van, zij denken dat architecten in hun vrije tijd ontwerpen en dat dat gratis is, en organiseren daarom onfatsoenlijke selecties, aanbestedingen en prijsvragen. Nederlandse architecten laten zich graag de kaas van het brood eten. Zo ook nu weer.

Dat is allemaal ruimschoots gechargeerd. Of niet? Dwars tegen deze architectengewoonten in is eind vorige eeuw het Nederlands Architectuur Instituut ontstaan. Deden de architecten het niet zelf, dan zouden anderen, architectuurhistorici, -journalisten, -liefhebbers er wel voor zorgen dat de Nederlandse architectuur de aandacht zou krijgen die hij verdient.* Het NAI kwam er, het kwam in architectuurstad Rotterdam, aanvankelijk in een verbouwd pand aan de Westersingel (‘transformatie’ avant la lettre) maar al snel in een pontificaal, gloednieuw en eigen gebouw. Zoals het Hollandse bouwkunst betaamt na een prijsvraag waarvan de uitslag voor beroering zorgde, omdat, voor de zoveelste keer OMA niet aan bouwen toekwam.

Internationaal bekend instituut
Het NAI verwierf snel bekendheid en internationale faam. Vanaf het station richting museumpark kon je altijd wel wat van die wazig door hun zwarte brilmonturen turende Spaanse, Finse, Britse, Duitse Estse, Letse, Koreaanse of Braziliaanse architectentypes en architectuurstudenten waarnemen, die de weg vroegen naar 'The Nai'. Nederlandse architectuur geniet, terecht, een grote waardering in vele buitenlanden. En niet alleen de architectuur zelf, in de betekenis van fraaie, goed ontworpen gebouwen, maar ook de 'architectuurcultuur': de brede inzet van prima architecten in sociale woningbouw, gebouwen voor onderwijs en cultuur, en het architectuurdebat dat zich tot de ruimtelijke ordening uitstrekt. Het NAI was daarvan het podium. Daar werd die architectuurcultuur van ons adequaat uitgedragen. Met tentoonstellingen, debatten, workshops, een archief met bibliotheek, de architectuurbiënnale, een heerlijke boekwinkel. Het NAI was veel meer dan een museum, het was in no time ook in overdrachtelijke zin 'Een Instituut'. De architecten hebben zich het heerlijk laten aanleunen.

Transdisciplinair
Maar nu is het weg. De buitenlandse reisgidsen moeten om teleurstellingen te voorkomen van een waarschuwing worden voorzien: 'The Nai does not exist anymore!' Ga maar kijken. Het gebouw staat er nog wel, het is een tijdelijk modemuseum. De inrichting ervan is een museum onwaardig, laat staan een architectuurinstituut. Die heerlijke boekwinkel van weleer is in een hoekje achter de garderobe verstopt. De teksten die het zogenaamde Nieuwe Instituut uitbraakt hebben niets met architectuur te maken. Het woord architectuur komt er slechts plichtmatig in voor. Wel staat er in de recent verzonden brochure** …. nee, de zin is te lang en te ingewikkeld om in een blog te citeren. Maar het Nieuwe Instituut probeert uit te leggen dat het 'transdisciplinair en vanuit de e-cultuur kan opereren'. Architecten zijn gelaten, zij hebben andere dingen aan hun hoofd: hoe krijg je na de crisis je bureau weer aan de praat. Zij houden zich, terecht, bezig met het maken van de architectuur zelf.

Architectuur is volgens de insteek van het Nieuwe Instituut geen zelfstandige discipline (meer). Ach, wat is eigenlijk zelfstandig. Medici hebben vast ook wel een of ander instituut of organisatie samen met farmaceuten, fysiotherapeuten, psychologen of andere deskundigen die zich met de gezondheid bezighouden. Maar dit is toch zeker achter de bezuinigingsburelen van een ministerie bedacht – en niet door architectuurliefhebbers? Van het ministerie van cultuur of van volkshuisvesting moeten we het niet hebben, evenmin van het nieuwe Nieuwe Instituut. Dat zal het niveau van tijdelijk modemuseum niet gemakkelijk meer ontstijgen.

Maar de Nederlandse architectuur is echt wel een eigen, zelfstandig, aan architectuur gewijd instituut waard. Deze blog is, dat is nu wel duidelijk, een oproep aan architecten voor de oprichting van het Nieuwe Architectuur Instituut – afkorting NAI. Als het nieuwe er een beetje af is kan het weer gewoon Nederlands Architectuur Instituut heten.

Daar gaat-ie: Architecten aller provinciën verenigt u, voor een keertje, en richt het Nieuwe Architectuur Instituut op! Er zijn talloze fijne gebouwen die leegstaan en die zich graag laten transformeren, en het nieuwe NAI kan ook best gewoon in het gebouw van het oude NAI.

 


*het NAI is in de periode 1988-1993 ontstaan uit samenwerking van het Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst, de Stichting Architectuurmuseum en de Stichting Wonen.

**brochure Het Nieuwe Instituut, Tijdelijk Modemuseum 13 sep – 8 mei

TERUG

DELEN

Flip ten Cate plaatste deze reactie om 04 januari, 2016

In dit verband toepasselijke ontboezeming van een bezoeker aan de tentoonstelling Stilte in Museum Kranenburg (Bergen NH): op de vraag: waar zoekt u de stilte? was het antwoord: "in het depot van de collectievleugel van Het Nieuwe Instituut in Rotterdam".

kees van der hoeven plaatste deze reactie om 04 januari, 2016

Ik ben het geheel eens met Matthijs. En de mensen die mij kennen of lezen weten dat ik op andere wijze, maar intensief mijn best doe om iets wezenlijks veranderd te krijgen in het beleid van Het Nieuwe Instituut. Ik ben het alleen niet eens met de openingszin: 'Het Nederlands Architectuur Instituut is er niet gekomen door inspanningen van de Nederlandse architecten.' Als ik me goed herinner heeft de Bond van Nederlandse Architecten een kleine 250.000 gulden opgehaald onder zijn leden voor de inrichting van het Auditorium, dat daarom de 'K.P.C. de Bazelzaal' ging heten, hetgeen te zien was aan de gegraveerde inscriptie in de toegangspui naar de zaal. Directeur Aaron Betsky heeft die pui zonder overleg vervangen, en later die donatie van de BNA nog in plakletters vermeld op de zijkant van de betonvloer die als toegang diende tot het gebouw... En die toegang werd verbouwd door directeur Ole Bouman, etcetera. Vandaar wellicht die eerste zinsnede in het lezenswaardige stuk van Matthijs. Behalve alle inhoudelijke steun van de architecten, is ook de zichtbare reminiscentie aan die steun deskundig verwijderd. Tenslotte. Op momenten is een Nieuw NAi al zichtbaar. Bijvoorbeeld actueel in de Beurs van Berlage, alwaar zojuist een expositie over design en architectuur in relatie tot de schepper van dat gebouw is geopend.

Uw reactie plaatsen: